Bijlage 3:
Attest van de schuttersvereniging waaruit blijkt dat u veilig met een
vuurwapen kan omgaan en regelmatig de schietsport beoefent
(regelmatigheid dient in ieder geval aangetoond te worden - bv. Het
aantal keer per maand).
Dit document moet u afgeleverd
worden door de schuttersvereniging waar u lid van bent. Het is een
persoonlijk document waar Uw naam op vermeld staat.
Het document moet twee zaken bevatten:
- veilig omgaan met wapen
- regelmatig de schietsport beoefenen
Over het eerste, veilig omgaan met wapen, kan de volgende vermelding op het attest volstaan:
"Betrokkene heeft tijdens de
hanteringsproef (praktische proef) voor het bekomen van zijn vergunning
bewezen dat hij veilig met een wapen kan omgaan."
De tweede vermelding met betrekking tot de regelmatigheid schept
meer problemen. Inderdaad, het is de uitbaters van schietstanden en het
bestuur van schuttersverenigingen nooit opgedragen een telleing te doen
van het aantal maal dat een schutter in de stand komt schieten. De
enige vereiste is het bijhouden van een register waarin de gegevens van
de schutter vermeld worden iedere maal dat hij de schietstand betreedt.
Daarnaast staat ergens in de wet vermeld wat "regelmatig" is.
Eén van de contactpersonen van de provincie West-Vlaanderen, Mevr.
Carine Spaens, attaché, heeft aan één van de schutters die reeds een
aanvraag had ingediend het volgende gemeld betreffende dit attest (DPV 2006/W/VU/187/188/189/190 van 08 Sep 06):
"Het
attest van regelmaat moet persoonlijk zijn (op Uw naam staan) en het
moet vermelden hoeveel keer u per jaar/per maand gaat schieten."
Ik heb dus de vraag gesteld aan de verantwoordelijke van de politiezone
Gavers, de commissaris Pierre Thomas, die de vraag voorgelegd heeft op
de vergadering van politieverantwoordelijken van de provincie
West-Vlaanderen op 29 september 2006 te Brugge. Deze vergadering
werd bijgewoond door Dhr P. IDE (Ministerie van Justitie). Ik heb per
e-mail volgend antwoord gekregen op 30 september 2006:
"Volgens het Gouvernement
betekent "regelmaat" 6X per jaar (voorlopig zonder verdere
specificaties o.a. ers is niet bepaald hoe die 6X dienen te worden
verdeeld noch hoeveel patronen er dienen te worden afgevuurd)."
Uit het bovenstaande kan men,
volgens mijn persoonlijke mening, afleiden dat volgende vermelding
op het attest moet volstaan:
"Betrokkene beoefent regelmatig de schietsport (volgens het
aanwezigheidsregister van de club, méér dan zes
schietbeurten per jaar).
Het officiële aanwezigheidsregister, geparafeerd door de bevoegde
commissaris van politie, wordt bij elke schietbeurt ingevuld en kan
door de overheid op de voorziene openingsuren van de club geconsulteerd
worden."
De aanwezigheid moet natuurlijk aan
de hand van het register gecontroleerd worden en de betrokken schutter
moet inderdaad zes maal of meer in het voorbije jaar een schietbeurt
gedaan hebben.
Daar het een regelmatig wederkerend fenomeen zal worden, de aanvragen
en attesten bedoel ik, denk ik dat de clubs er goed aan doen een
systeem uit te werken waarbij bijgehouden wordt wie, wanneer komt
schieten, zodat op het einde van een periode op een eenvoudige manier
kan nagegaan worden of betrokken schutter "regelmatig" de schietsport
beoefent.
Ik heb voorstellen gedaan voor een aangepast document aan zowel de KGK
als aan SHB, de voorstellen zullen in de club besproken worden, ik hou
jullie op de hoogte.
Laatste wijzigingen: 03 oktober 2006